
Bron: 1Limburg
Roermond, 30 aug. 2018 – De burgemeester van Roermond en de organisatie van veteranen blijven herdenken in die stad, ondanks het afkeurende regeringsstandpunt over de oorlog tegen Indonesië van 1945 tot 1950 en recente protesten. Dat stelt de AFVN-Bond van Antifascisten na overleg met burgemeester Rianne Donders.
De jaarlijkse herdenking in Roermond, aanstaande zaterdag, is mede zeer omstreden nu is gebleken dat het Nederlandse leger structureel en op grote schaal in Indonesië onder het commando van generaal Spoor oorlogsmisdaden beging. Of de critici van deze herdenking zaterdag nog gaan demonstreren tegen deze herdenking en ‘het eren van oorlogsmisdadigers’, maken zij morgen bekend.
De bond wijst op het regeringsstandpunt, dat door minister Ben Bot tijdens een officieel bezoek aan Indonesië in 2005 is verwoord dat Nederland fout zat met deze oorlog. In 2011 heeft de rechtbank in Den Haag de staat in de zaak Rawagede veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen aan 431 dodelijke slachtoffers van deze oorlog, die de rechtbank ook afkeurt. In 2016 heeft minister Bert Koenders, eveneens op een officieel bezoek aan Indonesië, excuses aangeboden voor deze koloniale onderdrukkingsoorlog met ongeveer 150.000 Indonesische burgerdoden.
Vanwege de afkeuring door de regering stelt de AFVN dat overheidsdienaren en politici niet kunnen deelnemen aan deze herdenking. Burgemeester Donders heeft gisteren tijdens overleg met de critici echter gesteld dat zij toch gaat.

De 200.000 Nederlandse militairen die daar streden, leden een verlies van ongeveer 6.000 doden, die zaterdag in Roermond herdacht maar ook geëerd worden. De 150.000 Indonesische doden en de oorlogsmisdaden worden daar echter stelselmatig verzwegen, zo stellen de antifascisten.
Dit voorjaar dienden er opnieuw processen voor schadevergoedingen aan Indonesische slachtoffers van de Nederlandse militairen bij de rechtbank in Den Haag, aangebracht door Jeffry Pondaag en met advocaat professor Liesbeth Zegveld. De Indonesiër Pondaag is voorzitter is van het Comité Nederlandse Ereschulden.

bron: Bevrijdingsmuseum