DEN HAAG – 19 juni 2018 – ‘Weiger deelname van oud-SS’ers en KNIL-lers aan veteranendag’. Dat vragen vijf organisaties, daaronder de Europese koepel van ex-verzetsmensen aan de organisatoren van de dag. Deze vindt plaats op 30 juni op het Malieveld in Den Haag. Volgens de vijf en enkele professoren in de geschiedenis begingen niet alleen de SS’ers maar ook het Kon. Nederland Indisch Leger op grote schaal ‘zware oorlogsmisdaden’.
Ook roepen de vijf het Nationaal Comité 4 en 5 mei en enkele andere organisaties van het voormalige verzet en WO-II op om bij de veteranen aan te dringen op evenementen en herdenkingen zonder SS’ers en KNIL-lers.
Op 14 en 15 augustus zijn er weer herdenkingen van de oorlogsslachtoffers in vm. Ned.-Indië in Den Haag terwijl begin september de omstreden jaarlijkse herdenking valt van de in Indië gesneuvelde Nederlandse soldaten die de uiterst gewelddadige dekolonisatieoorlog tegen de Ned.-Indische bevolking voerden.
Daarbij werden grote moordpartijen onder burgers aangericht, zoals recente wetenschappelijke studies van o.m. dr. Remy Limpach van het ministerie van Defensie en prof. dr. Gert Oostindie van de Universiteit van Leiden bevestigen.
De vijf organisaties zijn: AFVN-Bond van Antifascisten en oud-verzetsstrijders; het Comité van Waakzaamheid tegen Herlevend Fascisme; de Europese koepel van ex-verzetsmensen Fédération International des Résistants te Berlijn (FIR); de antikoloniale Stichting Nederlandse Ereschulden, en de antikoloniale actiegroepen ‘De Grauwe Eeuw’.
De SS (‘Schutzstaffel’) was aanvankelijk Hitlers lijfwacht, maar richtte concentratiekampen op en begon vervolgens de Holocaust. Daarnaast beging de SS op grote schaal oorlogsmisdaden tijdens WO-II. Ongeveer 25.000 Nederlandse mannen werden de oorlog lid, wat alleen vrijwillig kon. In Nederland beheerde de SS de concentratiekampen Amersfoort, Vught en Westerbork. Veel Vrijwillige SS ers diende aan het Oostfront tegen het Rode Leger.
Na WO-II konden ongeveer 2.000 Nederlandse goed getrainde ex-SS’ers gaan dienen in Indië/Indonesië tussen 1946-1950. Daar bestreden zij de onafhankelijkheid van het land, dat ruim 300 jaar onderworpen was geweest.
In Nederland leven volgens de vijf organisaties nog ongeveer 75 Nederlandse ex-SS-ers, die intussen ruim 90 jaar zijn. Die gegevens heeft de AFVN-BvA afgeleid uit een recente studie ‘Vechten, vijand en vaderland’ van de Alkmaarder historicus dr Gerrit Valk. Niet eerder waren deze gegevens over SS-ers bekend. dr Valk is o.m. voorzitter van een veteranenorganisatie.
Het KNIL (Kon. Ned. Indisch Leger) bezondigde zich in de oorlog in Indië/Indonesië van 1945-1950 vooral op Zuid-Celebes (Sulawesi) aan grootschalige oorlogsmisdaden zoals brandstichting, marteling en standrechtelijke executies. Met name kapitein Westerling beging veel oorlogsmisdaden.
Dat is al in 2016 wetenschappelijk gedocumenteerd in de studie ‘De brandende kampongs van Generaal Spoor’ van de Haagse historicus dr. Rémy Limpach. De veteranenorganisaties hebbende conclusies van die studie tot nu toe steeds ontkend. Een eerdere studie van de Leidse historicus professor dr. Gert Oostindie, ‘Soldaat in Indonesië’, stelde ook al dat er talrijke oorlogsmidaden in Indië/Indonesië werden gepleegd.
De AFVN-Bond van Antifascisten en Oud-verzetstrijders komt voort het Nederlandse verzet tegen de nazi’s en raadt veteranenorganisaties dringend aan, hun ledenbestanden waar nodig te ontdoen van ex-SS-ers en ex-KNIL-lers. In november ontving de inspecteur-generaal nog een delegatie van KNIL-lers, ondanks duidelijke protesten van o.m. de AFVN-BvA en de Stichting Nederlandse Ereschulden.
__________________________________________________________________________
ACHTERGROND
De oorlogsmisdaden van SS’ers, KNIL in Indië/Indonesië 1945-50
Vier maanden terug kondigden veteranenorganisaties aan dat zij KNIL-lers nadrukkelijk uit zouden nodigen voor de veteranendag, ondanks de eerder geuite bezwaren.
Van de KNIL-lers is anderhalf jaar terug wetenschappelijke gedocumenteerd dat zij op grote schaal oorlogsmisdaden pleegden in vm. Indië tussen 1945 en 1950. Daarover publiceerde de Luxemburg-Nederlandse historicus dr. Rémy Limpach in 2016 de wetenschappelijke promotiestudie ‘De brandende kampongs van Generaal Spoor’ van 900 pagina’s. Limpach is medewerker van het ministerie van Defensie.
De achtereenvolgende regeringen hadden deze wandaden tot die tijd zoveel mogelijk verhuld, zo beschreef die studie ook duidelijk. In totaal zijn er nog 12.000 Indische veteranen in Nederland volgens cijfers van de Veteranenombudsman van de Tweede Kamer. De AFVN-BvA heeft berekend dat er nog 2.000 ‘Indische’ veteranen vrij leven in Nederland, die hoogstwaarschijnlijk mededaders zijn en die naar nu geldende wetten vervolging wettigen. Dat betekent dat 1 op 8.500 inwoners van Nederland hoogstwaarschijnlijk een oorlogsmisdadiger is. Statistisch leven er in een stad als Amsterdam volgens de antifascisten zo rekenend dus bijna 100 oorlogsmisdadigers.
Ook prof. dr. Gert Oostindie, van de Universiteit van Leiden en directeur van het Kon. Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, publiceerde al eerder een studie over de wandaden, getiteld ‘Soldaat in Indonesië’. Uit circa 800 dagboeken van soldaten selecteerde hij passages die berovingen, brandstichtingen, martelingen en ook ongeveer executies met rond 1250 doden beschreven en duidt deze nadrukkelijk aan als ‘oorlogsmisdaden’. Net als dr. Limpach beschrijft professor Oostindie de verhullende rol van de regering. Deze doofpotterij duurde tot 2016.
Tijdens WO-II sloten ongeveer 25.000 Nederlandse jonge mannen zich vrijwillig aan bij de SS. Deze legde zich zowel toe op gevechten aan het oostfront, als op het meedogenloos uitroeien van Joden, communisten, gehandicapten, Sinti en Roma.
De eerste Nederlandse SS-vrijwilliger was de Hilversummer Willem Heubel, die begraven ligt op de enorme nazibegraafplaats Ysselsteyn in Venray. Ruim één derde van de Nederlandse SS-ers kwam om. Honderden van hen liggen op Ysselsteyn begraven en worden enkele malen per jaar geëerd door o.m. de Bundeswehr en het Nederlandse militairen, de Duiste ambassadeur en overheidsdienaren.
Alle Nederlandse SS-ers verloren tijdens WO-II hun nationaliteit toen zij in dienst traden van de nazi’s. Ongeveer 16.000 SS-ers trachtten na de oorlog in de maatschappij terug te keren. In vele duizenden gevallen lukte dat, mede door het na-oorlogse gebrek aan documentatie zodat hun verlies van nationaliteit niet officieel werd. Vele honderden onder hen namen dienst in het Nederlandse leger.
Ongeveer 2.000 statenlozen SS-ers kregen de kans hun Nederlanderschap terug te verdienen als vrijwilliger in het leger in Indië/Indonesië tussen 1947 en 1950, of in Korea in 1953 tegen communisten. Het Nederlandse leger heeft ondanks deze feiten nooit enig bezwaar tegen deze SS-ers geuit, van wie vele honderden hun pensioen in dienst hebben behaald. Overigens was de eerste voorganger van inspecteur-generaal Van Griensven, prins Bernhard, al vóór de oorlog lid van de SS.
In 2009 vond het laatste proces – in Aachen – tegen een Nederlandse SS-er plaats, de Limburger Heinrich Boere, die naar Duitsland was gevlucht en daar ongestoord 60 jaar had kunnen leven. Hoewel deze man van toen 87 spijt had betuigd, veroordeelde de Duitse rechter hem toch tot levenslang wegens represaillemoorden op onschuldige Nederlandse burgers in 1943, de zg. ‘Silbertannemoorden’.
Bij gevechten in Oost-Europa pleegden de SS-ers ernstige oorlogsmisdaden, vooral bij veel voorkomende confrontaties met burgers zoals Joodse dorpelingen, intellectuelen of Sovjet- functionarissen. In Oost Europa leefden toen ongeveer 4 miljoen Joden, van wie 3 miljoen in het toenmalige Polen. Van hen is 90% uitgeroeid, deels ter plaatse, zoals in Babi Yar.
KNIL en Indië
Er leven volgens de vijf protesterende organisaties ook nog ongeveer 150 vm. leden van het Kon. Ned.-Indisch Leger (KNIL). Tijdens de koloniale onderdrukkingsoorlog van 1945-1950 traden zij extreem hard op en maakten zich systematisch schuldig aan martelingen, brandstichting en grootschalige, onwettige executies van vooral burgers.
Deze oorlogsmisdaden staan uitvoerig gedocumenteerd in de wetenschappelijke studie ‘De brandende kampongs van Generaal Spoor’ van de historicus dr Rémy Limpach, die in dienst is van het ministerie van Defensie. De wandanden van het KNIL vonden plaats in geheel Indonesië, met enkele dieptepunten zoals Zuid-Celebes waar de beruchte kapitein Westerling – bijgenaamd ‘de slachter van Celebes’- de leiding had.
Inspecteur-generaal Van Griensven ontving in november 2017 een delegatie van KNIL-lers officieel in zijn hoofdkartier te Hilversum, ondanks uitvoerig voorafgaand overleg met de groepen. Een demonstratie tegen deze ontvangst van waarschijnlijke ‘oorlogsmisdadigers’ liep volledig mis toen 70 Molukse leden van een motorbende ( de nu verboden organisatie Saturdah) zich voor de ingang van het hoofdkwartier posteerden, wat zowel de gemeente Hilversum als de grote politiemacht gedoogden.
Vervolgens reikte Defensie in april aan KNIL-lers nog een serie medailles uit, en de veteranenorganisaties kondigden aan dat zij welkom waren op de Veteranendag. Bij de rechtbank te Den Haag loopt echter momenteel een nieuw proces voor schadevergoeding voor slachtoffers van dit geweld, aangebracht door de stichting Ned. Ereschulden en advocaat mr. Liesbeth Zegveld.
Ook wil de bond samen met de andere groepen in gesprek met de organisatoren van de jaarlijkse zg. ‘Indië-herdenking’ op 14 augustus in de Tweede Kamer en op 15 augustus in Den Haag en begin september bij het zg. ‘Nationale Indië Monument’ in Roermond, om er zeker van te zijn dat ook daar geen oorlogsmisdadigers aan meedoen of worden herdacht.