Skip to main content

Indonesië-discussie: oppositie wint op punten

By 14 september 2018september 19th, 2018Bersiap, Indonesie 1945-1950, Laatste nieuws, Pers, Slavernij

AMSTERDAM, 14 SEPT. 2018 – Bij de jongste discussie over Nederlands geweld en oorlogsmisdaden tussen 1945 1950 in Indonesië heeft de oppositie donderdagavond op punten gewonnen. Dat stelt de AFVN-Bond van Antifascistische Oud-Vetzetsstrijders.

Pakhuis De Zwijger: Dekolonisatie of Rekolonisatie? foto: AFVN

Mensenrechtenactivist Jeffry Pondaag, die de zaak-Rawagede van de staat won, kreeg voor het eerst een plaats op het officiële podium van het wetenschappelijk onderzoeksteam naar ‘dekolonisatie en geweld in Indonesië’.

Vorig jaar was Pondaag niet bij deze bijeenkomst uitgenodigd, en werd hij door onderzoeksleider professor Oostindie weggezet als ‘scherpslijpende activist’. Oostindie zag daarbij over het hoofd, dat dit onderzoek alleen dankzij Pondaag en zijn advocaat, Liesbeth Zegveld, tot stand kon komen.

Dit jaar nam Oostindie niet aan de discussie deel maar zat wel in de zaal. Oostindie liet de verdediging van het onderzoek over aan directeur Frank van Vree van het NIOD, die meer ervaring met gevoelig onderzoek heeft. Beiden zijn overigens geen specialisten in Indonesische zaken en spreken geen Indonesisch.

foto: AFVN

Pondaag wees erop, dat het Indonesische standpunt niet voldoende vertegenwoordigd is in het lopende onderzoek naar ‘dekolonisatie en geweld’. Hij benadrukte dat de gehele koloniale periode van begin tot eind onwettig was, en dat dus de inzet van Nederlandse militairen een daad van agressie tegen een andere, vredelievende staat was en daardoor alleen al een oorlogsmisdaad. Zijn 90-jarige Indonesische mede-activiste Francesca Pattipilohy deelde zijn standpunt en sprak de zaal toe via een video.

De organisatoren trachtten verder uit alle macht om de term oorlogsmisdaden te vermijden, maar door vragen van AFVN-woordvoerder Arthur Graaff kwam het begrip toch aan de orde.
Een ander belangrijk punt voor de AFVN-BvA, de positie van de Indonesië dienstweigeraren, bleef wegens tijdsgebrek onbesproken. Duizenden dienstplichtigen hadden ernstige bezwaren om naar Indonesië te worden uitgezonden. De meesten van hen hadden geen enkel bezwaar gehad hun dienstplicht in Nederland te vervullen maar wel om zich te laten inzetten in een strijd tegen het Indonesische volk dat tegen de vroegere koloniale heerser voor zijn bevrijding vocht.

foto: AFVN

Ook andere tegenstander van het onderzoek zoals van HistoriBersama, Doorbraak, de Grauwe Eeuw en Geen4meivoormij droegen aan de soms heftige discussie bij. Michael van Zeijl van de Grauwe Eeuw bekende dat zijn grootvader bij het KNIL had gediend, en daar oorlogsmisdaden had begaan. Een Molukse nazaat van een KNIL-ler wilde daar niet op ingaan.

Het plan van het Rijksmuseum voor een uitgebreide expositie over geweld en Indonesië, kreeg veel kritiek, vooral omdat samenstelster Martine Gosseljnk van plan zei te zijn om deze geschiedenis te presenteren vanuit verschillende perspectieven. De activisten achten dat er bij oorlogsmisdaden maar één perspectief is: dat van de slachtoffers.

De AFVN is doende de jaarlijkse zg. ‘nationale Indië herdenking’, die begin september weer plaatsvond voor de zg. ‘Indische’ veteranen, te laten beëindigen omdat deze inherent discriminerend en racistisch is.

Tegen politici en bestuurders die daaraan deelnamen, zoals staatssecretaris Knops, 1ste Kamervoorzitster Broekers-Knol, PVV-kamerlid Martin Bosma, burgemeester Donkers van Roermond en organisatie Kneepkens heeft de AFVN een week terug een strafklacht ingediend. De bond heeft nog geen reactie van de politie of het OM ontvangen. De voornaamste grief van de bond bij deze herdenking is dat hier alleen de 6.000 dode daders worden geëerd en herdacht, en dat over de ruim 150.000 Indonesische slachtoffers in alle talen gezwegen wordt.

Zie ook: https://www.doorbraak.eu/francisca-pattipilohy-de-illegaliteit-van-de-nederlandse-bezetting-wordt-niet-onderzocht/