Toen Celine in 1944 in Auschwitz kwam was ze 24. Het einde van de treinreis van Westerbork naar Auschwitz was ook het einde van een tijdperk waarin zogenaamd normaal leven was. Voor velen betekende het einde van hun leven. Hoe was het mogelijk dat ze in deze hel terecht gekomen was. Natuurlijk al voor de bezetting in mei 1940 wisten men uit verhalen van Joodse emigranten welk drama zich in Duitsland voltrok. Maar men geloofde niet dat de joden in Nederland hetzelfde zou overkomen. Haar moeder was een drukke zakenvrouw met drie grote filialen in elektrische apparaten. Celine kreeg een goede opvoeding met voortgezet onderwijs. De maatregelen tegen de Joden begonnen sluipend. Het enige werk dat ze kon vinden was als kinderverzorgster in een Joods gezin.
In juni 1942 werd ze door een agent dicht bij haar huis tegengehouden, die haar terugstuurde. Ze zag nog net dat haar moeder en broer op een Duitse wagen werden geladen. Zij zijn vermoord. Celine moest onderduiken, werd twee keer opgepakt en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. Ze kwam er ook weer uit. De derde maal werd zij wel op transport gesteld naar Westerbork.
Na een paar maanden ging ze op transport naar Auschwitz. Drie verschrikkelijke dagen in veewagens, geen eten of drinken, mensen stierven. In Auschwitz kregen de gevangenen een nummer op de arm getatoeëerd, om hun alle identiteit te ontnemen. Celine werd nummer A – 25236. De sterksten mochten werken, de anderen werden vergast.
Allerlei verschrikkingen heeft ze meegemaakt, tot driemaal toe werd Celine bij de sterken geselecteerd. “Ik heb geluk gehad”. Daarna werden ze overgebracht om te werken in een munitiefabriek in Tsjechië.
“In Duitsland leren ze meer van de oorlog dan bij ons.” In haar herinnering vertelt ze over de bevrijding door het Rode Leger van de Sovjet Unie van het KZ Auschwitz. Haar gewicht was toen nog 24 kilogram. Doodziek werd ze met een militair vliegtuig naar Eelde gebracht om aan te sterken. In Amsterdam was ze niet echt welkom. De filialen en alle bezittingen van haar moeder waren ‘overgenomen’. Ze kon niet bewijzen dat ze haar toebehoorden. Ze kreeg drie maanden een uitkering waarna ze het zelf maar moest zien te redden, zonder familie want niemand heeft ze teruggezien.
Het leven heeft ze opnieuw opgepakt samen met haar man. Als zangpedagoge en koordirigent begon Celine een nieuw leven.