HILVERSUM, 14 januari 2018 – De burgemeester en de politie van Hilversum hebben samengewerkt met een Molukse motorclub. Dat stelt de AFVN-Bond van Antifascisten. De bond ontving een brief van de burgemeester over een demonstratie van de bond in november, waar dat volgens de bond ‘glashelder’ uit blijkt.
De AFVN betitelt deze samenwerking als ‘onbegrijpelijk en totaal onacceptabel’. Door deze samenwerking werd een illegale en intimiderende tegendemonstratie van de Molukse motorclub, totaal ongeveer 70 man, door gemeente en politie gedoogd. Als gevolg daarvan bliezen de 15 officiële demonstranten hun evenement af, omdat zij vreesden voor hun veiligheid. De vier betrokken organisaties achten daardoor hun grondrecht van vrijheid van meningsuiting ernstig geschaad, net zoals dat in Dokkum door boze burgers gebeurde, waar de politie dit ook gedoogde. De vier mensrechtenorganisaties hebben een protest ingediend bij de gemeente en de politie.
De antifascisten hadden hun demonstratie officieel bij de gemeente aangemeld. Ze werken samen met het Comité Nederlandse Ereschulden, het Comité voor Waakzaamheid en de actiegroep De Grauwe Eeuw. Hun gezamenlijke protest richtte zich tegen het officieel eren van veteranen uit de koloniale onderdrukkingsoorlog van 1945 tot 1950 in Nederlands Indië door het ministerie van Defensie. Dat zou op 21 november in Hilversum gebeuren.
Tijdens die oorlog pleegden volgens de historici prof. dr. Gert Oostindie en dr. Rémy Limpach één op de vijf Nederlandse militairen oorlogsmisdaden en doodden zij ongeveer 150.000 burgers, meer dan er Nederlandse Joden omkwamen in WO-II. Van deze militaire daders leven er volgens een berekening van de AFVN-BvA nu nog zo’n 1.300 vrij en onberecht in Nederland. De vier organisaties vinden het eren van oorlogsmisdadigers ‘volkomen onacceptabel’.
De vier bereidden de demonstratie volgens hun verklaring uitgebreid voor, o.m. door overleg met een generaal, met de gemeente Hilversum, de politie en de burgemeester. Tot hun grote verbazing bleek echter op de middag van de demonstratie, dat er op die plek net ten zuiden van Hilversum een grote groep leden van een Molukse motorclub opgesteld was, waarover de demonstranten echter niets van de gemeente of de politie hadden vernomen. Uit de brief van de burgemeester blijkt echter, dat de gemeente en de politie met diverse Molukkers uitgebreid contact hadden gehad ook over de motorclub, omdat hun Molukse familieleden tot de groep geëerde veteranen behoorde. Het ging hier om zg. KNIL-lers, vm. militairen van het Kon. Ned. Indisch Leger, waarvan bekend is dat juist zij heel grof optraden en dat volgens de AFVN de ‘grootste oorlogsmisdadiger van Nederland’, kapitein Westerling, er deel van uitmaakte.
Bij vroege aankomst vlakbij de plaats van de demonstratie bleek er ook een knokploeg te zijn van 10 Molukse jongeren in zwart uniform met geel logo, volgens de AFVN-BvA dezelfde kleuren als van de motorbende Satudarah. De politie hield zonder enige reden de woordvoerder van de AFVN-BvA een uur voor de demonstratie op weg naar een nabij café voor een bespreking aan, volgens de bond zonder enige reden. Na overleg van de demonstranten met hun politie-contactman Van de Berg, die zei de toestand niet te kunnen overzien, besloten zij de demo af te blazen gezien het grote risico op Molukse aanvallen.
CITAAT uit de brief van de burgemeester aan de woordvoerder van de AFVN-BvA dd 11-01-2018, ontv. 13-01-2018:
“U geeft aan dat een forse groep van vijftig tot tachtig mensen in motorclub tenue bij de ingang stond. U noemt deze kleding ‘gevechtstenue’. U geeft aan dat u geen gebruik hebt gemaakt van uw demonstratierecht, omdat u zich bedreigd heeft gevoeld. Deze groep heeft vooraf te kennen gegeven niet van plan te zijn om te demonstreren en heeft feitelijk ook geen demonstratie gehouden. Zoals van tevoren bekend was waren zij aanwezig om de oud KNIL-lers te begeleiden van de opvanglocatie naar de ontvangstlocatie door langs de aanrijroute aanwezig te zijn en een erehaag te vormen.”
De demonstranten wisten tot op heden helemaal niets van deze afspraken. Volgens de woordvoerder hadden zij vooraf ernstig bezwaar gemaakt als dat wel zo was geweest. ‘We voelen ons genomen door het gebrek aan communicatie op dit cruciale punt’ aldus der woordvoerder. Hij vindt het ‘heel moeilijk te begrijpen dat de burgemeester of de politie de komst van deze groepen Molukse motorbendes voor ons verzwegen hebben, vooral gezien de recente discussie over Dokkum en over de criminaliteit van motorbendes.’
De politie-inzet was voor Hilversumse begrippen maximaal, met het afzetten van twee uitvalswegen over een lengte van 7 kilometer, met politieploegen en afzettingen op vijf plekken in Hilversum o.m. bij de Korporaal van Oudheusdenkazerne en het vliegveld Hilversum en bij het hoofdkwartier van de generaal, een ontvangst van Molukse families in de bereden politie, een peloton mobiele brigade, maar de burgemeester waagde zich niet ter plaatse.
De organisatoren schatten dat vanwege de komst van de Molukse motorbende de gemeente daardoor tussen € 30.000 en € 60.000 aan extra kosten heeft gemaakt.
Volgens de demonstranten bestond hun groep uit ongeveer 15 mensen, meest 50-plussers, voor wie een dergelijke kostbare overmacht totaal onnodig was. De vier groepen hebben een klacht aan de burgemeester en de gemeenteraad gestuurd. Op 17 januari spreekt de woordvoerder van de AFVN-BvA, Arthur Graaff, in bij de gemeenteraad in Hilversum om de bezwaren toe te lichten. De burgemeester van Hilversum, Pieter Broertjes, zal daarbij als portefeuillehouder openbare orde aanwezig zijn.
Twee weken terug maakte de AFVN-BvA een afspraak met hoofdinspecteur Blaauw van de politie voor een evaluerende bespreking. Deze stemde daarmee in, maar zei de afspraak een paar dagen later weer af.