Het besef van de gruwelijke en grootschalige oorlogsmisdaden van Nederlandse militairen in Indië 1945-1950 is in 2017 sterk gegroeid. Tijdens de onderdrukkingsoorlog in Indië doodden Nederlandse militairen ongeveer 150.000 Indische burgers. Dat stelt de AFVN-Bond van Antifascisten.
De groei van dit besef is volgens de bond te danken aan twee ‘zeer onthullende’ boeken die sinds september 2016 zijn verschenen. Het bekendst is ‘De tolk van Java‘ van Alfred Birney, een boek vol gedetailleerde oorlogsmisdaden. Birney kreeg hiervoor de Libris-literatuurprijs en van het boek zijn nu net 100.000 exemplaren verkocht. De antifascisten zijn verrast dat zoveel Nederlanders bereid zijn deze ‘allerzwartste bladzijden’ uit hun eigen geschiedenis te erkennen. De bond wijst erop dat in Indië meer onschuldige slachtoffers zijn gevallen dan onder Nederlandse Joden tijdens WO-II. Er komt een vertaling van het boek in het Indonesisch.
Birney had een Indische vader die als legertolk zelf meedeed aan een groot aantal ‘ongelofelijke gruwelijkheden’ zoals marteling. Het dagboek dat zijn vader over deze onafgebroken serie wandaden schreef, is onderdeel van ‘De tolk van Java’. De bond benadrukt dat hoewel de exactheid kan variëren omdat het om een egodocument gaat, staan er dermate gedetailleerde en bijna onvoorstelbare gruwelen in beschreven, dat ondanks mogelijk vergissingen van de schrijver van het dagboek, de echtheid van de wandaden en de omvang ervan keihard overeind blijven staan.
De bond heeft veel begrip voor de vernietigende effecten van de gruwelijkheden op de tweede generatie, de kinderen van zowel daders als Birneys vader en hun lotgenoten in Nederland, als de nog veel grotere groep slachtoffers in Indië. Naar schatting van de bond omdat de tweede generatie in Indië nog ongeveer 600.000 mensen. Alle Nederlandse regeringen hebben echter tot nu toe geweigerd om ook maar iets voor hen te doen, ook de huidige regering Rutte-3.
Het tweede boek is volgens de antifascisten ‘De brandende kampongs van generaal Spoor‘, de 800 pagina’s tellende wetenschappelijke studie die documenteert wat er in de overheids- en andere archieven bevatten over deze terreurperiode waarbij de oorlogsmisdadiger generaal Spoor in Indië de leiding had. De eminente Amsterdamse socioloog professor Bram de Swaan noemt dit ‘een meesterwerk’. De auteur, de Zwitsers-Luxemburgse historicus dr Rémy Limpach, komt in het boek tot de conclusie dat Nederlandse soldaten structureel oorlogsmisdaden pleegden, en volgens de Leidse professor Gert Oostindie geschiedde dat door 1 op de 5 militairen.
Er leven volgens de AFVN-BvA nu nog ongeveer 2.500 echte daders vrij in Nederland, totaal onberecht. Dat blijkt op basis van het jaarverslag van de ombudsman veteranen van de Tweede Kamer. Er zijn volgens dit verslag anno 2016 nog 13.000 Indische veteranen in leven, de meesten van hen zijn nu rond 90 jaar oud. Volgens de bond was 90% van de Nederlandse militairen uit eigen waarneming op de hoogte van de martelingen en executies.
De bond wil dat deze oorlogsmisdadigers vervolgd worden, maar geen straf krijgen. De bond heeft in september en november uitvoerig geprotesteerd tegen het bewijzen van eer aan deze oorlogsmisdadigers door de regering Rutte. In november ontving de inspecteur-generaal der krijgsmacht enkele Molukse KNIL-veteranen officieel, hoewel de AFVN-BvA hem samen met drie andere organisaties had gewaarschuwd dat hij geen vermoedelijke oorlogsmisdadigers moest ontvangen, laat staan eren.
De bond betreurt het in hoge mate, dat de regering Rutte nu tot een nieuw, vier jaar durend onderzoek naar de Indische oorlogsmisdaden heeft besloten in plaats van de € 4 miljoen te besteden aan een Indië-tribunaal. De bond vreest dat dit nieuwe onderzoek niet objectief zal zijn. Premier Rutte heeft onder meer persoonlijke belang bij een gematigde uitkomst, meent de bond. Zijn ouders werden beiden geboren en groeiden op in de koloniale onderdrukkende klasse in Indië en de premier heeft nooit afstand van dit kolonialisme in het algemeen en van zijn ouders genomen. In 2009 werd Rutte definitief veroordeeld wegens aanzetting tot discriminatie (tegen Somaliërs).
Ook de overheersende positie van de VVD in de regering als opdrachtgever van dit onderzoek stemt de bond somber. In 2014 stelde de VVD Tweede-Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg nog in het openbaar dat de Indische veteranen geen onderdrukkers waren, maar vochten voor vrijheid en recht en evenveel recht op eer hadden als de geallieerde militairen in Europa. Na een luid protest van de AFVN-BvA maakte zij hiervoor haar excuses aan de bond. Iets later trad zij af.